Straffen op basis van afkomst
- Redactie
- 20 sep 2024
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 24 sep 2024
Wordt de impact van een straf binnen verschillende culturen ook verschillend ervaren? En wat kan aan het huidige strafsysteem toegevoegd worden om het te laten bijdragen aan een positieve ontwikkeling van jonge daders?

Plaats van handeling: OM Spaces, aan de Amsterdamse Herengracht. De ongeveer vijftig aanwezigen vertegenwoordigen maatschappelijke organisaties, gemeenten, Politie, Reclassering, OM en onderwijs. Wat hen bindt -zo stelt Gerrit van der Burg van het OM vast tijdens zijn woord van welkom- is het streven om de jongens en meisjes, die wel eens met justitie in aanraking komen, weer regulier deel te laten uitmaken van de samenleving. āInsluiten, en niet uitsluitenā, zo vat hij het samen.
Ā
Meteen discussie
Een panel, bestaande uit Gerdine Dankers (Officier van Justitie te Amsterdam), Alexander Koning (Officier van Justitie te Zeeland West-Brabant) en Raja Alouani (van het Centrum Jeugd en Gezin Haarlem), krijgt bij wijze van inhoudelijke aftrap de volgende stelling voorgelegd: de impact van een straf -en dus de afschrikwekkende werking ervan- wordt door cultuur bepaald en daarom door iedereen anders ervaren.Ā De meningen blijken verdeeld, maar brengen direct een meer dan levendige discussie op gang. Deze spitst zich toe op de vraag, hoe het huidige strafsysteem er beter aan kan bijdragen dat daders niet in herhaling vervallen. Daarbij wordt wel de kanttekening gemaakt dat het OM niet alleen naar zaken kan kijken vanuit het perspectief van de verdachte, maar dat ook dient te doen vanuit het perspectief van de samenleving en het slachtoffer. En deze hebben een heldere wens: minder criminaliteit en genoegdoening.
Ā
Een schop na of herstel?
Verschillende aanwezigen uit de praktijk (jeugdhulpverlening, politie) geven aan dat het strafsysteem gedateerd is. Een agent kent jongens die al acht keer vast hebben gezeten, maar nog altijd crimineel actief zijn. Het strafsysteem, zo wordt gesteld, is een geautomatiseerd systeem. Dat past niet op de behoefte aan flexibiliteit, aan maatwerk om individuele daders dusdanig te begeleiden dat ze ophouden daders te zijn. āStaren we ons blind op iemand een schop na geven, of willen we bezig zijn met herstel?ā, zo luidt de retorische vraag.
Ā
Afwijken van de regels
Verschillende aanwezigen van het OM geven aan graag maatwerk te leveren en dat waar mogelijk ook te doen. Maar daar hebben ze informatie voor nodig, en die krijgen ze vaak niet. Maak, zo is het geluid uit de zaal, gebruik van rolmodellen en vertrouwenspersonen. Die zijn in staat een daadwerkelijke connectie te maken met de jonge daders. En misschien is het ook nodig om de eenzijdige populatie van de rechterlijke macht tegen het licht te houden. Gebrek aan daadwerkelijk inzicht en te rigide regels leiden te vaak tot straffen die geen effect hebben of zelfs averechts werken. Panellid Alouani geeft een voorbeeld uit haar praktijk van hoe het ook kan. Een jonge cliĆ«nt van haar was goed bezig in een hulpverleningstraject, maar kon een opgelegde schadevergoedingsmaatregel niet betalen. Door Alouaniās bemoeienis kwam een schriftelijke regeling tot stand tussen het OM en het CJIB. Hiermee werden de aanhouding van de jongen en een onrealistische betalingsverplichting voorkomen. Door van de regels af te wijken, en interventie van iemand die de jongen en zijn omstandigheden kent, ontstaat effectief maatwerk.
Ā
Verbinden
In de hulpverlening bestaat een model voor het inschakelen van rolmodellen en vertrouwenspersonen, namelijk de Eigen Kracht Conferentie. De jongere staat hierin centraal, maar familieleden, hulpverleners en andere worden bij het oplossen van een probleem ingeschakeld. Deze aanpakt wekt vertrouwen bij de jongere, en zorgt ervoor dat zijn directe omgeving erbij betrokken raakt. Een aanpak die ook best eens zou kunnen werken binnen het strafrecht, zo oppert panellid Dankers.
Andere aspecten van de problematiek komen ook aan de orde. Zo wordt uitgebreid stilgestaan bij armoede als belangrijke oorzaak voor jeugdcriminaliteit. Maar wat steeds terugkeert, is de oproep om binnen het strafsysteem een beroep te doen op rolmodellen en vertrouwenspersonen. De zaal zit er vol mee. Wat van belang is, om twee werelden (die van het systeem en de daders) met elkaar te verbinden. Een praktische tip: zoek binnen alle betrokken organisaties altijd naar personen die de wil hebben om tot echte oplossingen te komen. Ook als dat betekent dat je dingen eens heel anders benadert, of tussen de regels door laveert.
Ā
Het OM staat ervoor open
Een scherpe en zeer relevante vraag aan het OM: in hoeverre bestaat er binnen die organisatie draagvlak om dingen anders te doen? In hoeverre staat men open voor vernieuwingen in de aanpak? Het organiseren van de Cirkel Coalitie en deze bijeenkomst(en) spreken eigenlijk al boekdelen. Maar Van der Burg formuleert graag ter plekke een antwoord. Het OM wil beslissingen nemen die door de samenleving begrepen worden, binnen het kader van de wettelijke taak tot rechtshandhaving. Daarom beginnen nieuw op te leiden Officieren van Justitie niet meer in de klaslokalen, maar op straat. Om de mensen en de situaties waar ze mee werken beter leren te begrijpen. Kortom; de leergierigheid is groot en het OM staat open voor elke goede suggestie.
Om dit nog eens te onderstrepen, kondigt Dankers aan de Coalitie-leden een casus uit de praktijk te sturen, met de oproep om haar te adviseren hoe deze het beste opgelost kan worden. De enthousiaste, bijna gretige reactie uit de zaal, vormt een betekenisvol einde van de bijeenkomst. Zoals een aanwezige het stelt: āwe moeten ons met elkaar blijven verbinden, anders raken we elkaar kwijt.ā